Wil je op de hoogte zijn van de wijzigingen die relevant zijn voor je bedrijf?

 
Schrijf je hier in op onze nieuwsbrief.

VVMC

  • nl
  •   I  
  • en

    De B2B-wet - een nieuwe toevoeging aan uw contractuele checklist!

    Situering

     

    Sedert enkele jaren voert de Belgische wetgever hervormingen door van verscheidene aspecten van zowel het mededingingsrecht als het handelspraktijkenrecht. Dit als een reactie op een snel evoluerend economisch landschap en de duidelijke gebreken in de bestaande wetgeving om verscheidene oneerlijke praktijken aan te vechten.

     

    De belangrijkste wijzigingen, naast deze van de wet van 2 mei 2019 betreffende de modernisering van het mededingingsrecht, werden ingevoerd door de wet van 4 april 2019 tot wijziging van het Wetboek economisch recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen.

     

    In deze bijdrage wordt het derde luik van de wet van 4 april 2019 besproken m.n. het luik inzake onrechtmatige bedingen in b2b-relaties dat sedert kort in werking is getreden. De potentiële impact van dit nieuwe subdomein van het Belgisch ondernemingsrecht dient niet onderschat te worden.

     

    Inwerkingtreding

     

    De wet van 4 april 2019 trad stelselmatig in werking. Het gedeelte betreffende onrechtmatige bedingen tussen ondernemingen trad in werking op 1 december 2020.  De toepassing van deze wet in de tijd strekt zich uit tot overeenkomsten gesloten, hernieuwd of gewijzigd na deze datum. De regeling strekt zich dus niet uit tot overeenkomsten die reeds van kracht waren.

     

    Toepassingsgebied

     

    Het personeel toepassingsgebied omvat elke overeenkomst afgesloten tussen twee ondernemingen (‘b2b-relatie’). Een onderneming is elke natuurlijk persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft (art. I.8, 39° WER).

     

    Het materieel toepassingsgebied van de nieuwe Belgische wet inzake onrechtmatige bedingen is opmerkelijk ruim. De wet is van toepassing op alle soorten overeenkomsten in b2b-relaties, gaande van huur tot verkoop, distributie, dadingen, overnamecontracten etc. Het soort overeenkomst of de aard speelt in principe dus geen rol. Ter volledigheid dient ook vermeld dat het irrelevant is of het om een standaardclausule of een onderhandelde clausule gaat. Twee belangrijke uitzonderingen op dit principe zijn wel, ingegeven door hun eigenheid en complexiteit, de overeenkomsten betreffende het verlenen van financiële diensten (inclusief verzekeringsdiensten) en overheidsopdrachten.

     

    Weze ook vermeld naar analogie zoals deze bestaat in het consumentenrecht de uitzondering van kernbedingen (art. VI.91/3, § 2 WER in fine). De onrechtmatigheid van dit beding kan geen betrekking hebben op het voorwerp van de overeenkomst of de gelijkwaardigheid van de prijs/vergoeding of de als tegenprestatie te leveren producten voor zover dit beding duidelijk en begrijpelijk geformuleerd is.

     

    Toepasselijke regels

     

    Naar analogie met de alom bekende regels van het consumentenrecht, voert de wet van 4 april 2019 zowel een algemene toetsingsnorm in als een zwarte en grijze lijst met respectievelijk een onweerlegbaar en een weerlegbaar vermoeden van onrechtmatigheid van bedingen in een overeenkomst tussen twee ondernemingen.

     

    De welbekende catch-all bepaling of algemene toetsingsnorm wordt verwoord in art. VI.91/3, §1 WER: “Voor de toepassing van deze titel is elk beding van een overeenkomst gesloten tussen onderneming dat, alleen of in samenhang met één of meer andere bedingen, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen, onrechtmatig”.

     

    Zijn onrechtmatig op een onweerlegbare wijze (“zwarte lijst”), de bedingen die ertoe strekken (art. VI.91/4 WER):

     

    • te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de andere partij terwijl de uitvoering van de prestaties van de onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil;
    • de onderneming het eenzijdige recht te verlenen om een of ander beding van de overeenkomst te interpreteren
    • in geval betwisting, de andere partij te doen afzien van elk middel van verhaal tegen de onderneming;
    • op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst.

     

    Zijn weerlegbaar onrechtmatig (“grijze lijst”), de bedingen die ertoe strekken (art. VI.91/5 WER):

     

    • de onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;
    • een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn; 
    • zonder tegenprestatie het economisch risico op een partij leggen indien die normaliter op de andere onderneming of op een andere partij bij de overeenkomst rust;
    • op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van één van haar contractuele verplichtingen;
    • onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
    • de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;
    • de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen beperken;
    • in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden.

     

    In tegenstelling tot de zwarte lijst kan een onderneming hier het bewijs aanleveren van de rechtmatigheid van het beding.

     

    Sancties

     

    De sanctie voor elk onrechtmatig beding dat bespeurd wordt in de overeenkomst is de nietigheid van het beding. De overeenkomst blijft enkel bindend voor de partijen indien deze zonder het onrechtmatig bevonden beding kan blijven voortbestaan (art. VI.91/6 WER).

     

    Indien u dus een nieuwe overeenkomst sluit, wijzigt of hernieuwt binnen een B2B-relatie, strekt het tot aanbeveling om de inhoud daarvan nu ook te toetsen aan voormelde zwarte en de grijze lijst.

     

    STARKS staat u graag bij in deze materie. Onze ervaring leert dat een preventieve aanpak loont voor zowel het bestendigen van de relatie met uw zakelijk contact als de portefeuille van uw onderneming.

    Deze website maakt gebruik van cookies.

    Het gebruik van cookies op starks.be

    Noodzakelijke cookies
    Cookies die onontbeerlijk zijn voor uw bezoek aan de Website en het correct gebruik daarvan.

    Info over het privacy- en cookiebeleid van Starks.
     

    Bijkomende cookies:

    Functionele cookies

    Cookies die uw bezoek aan de Website vergemakkelijken en aangenamer maken, onder meer door uw surfervaring te personaliseren.

    Performantie cookies

    Cookies die informatie verzamelen over uw gebruik van de Website met de bedoeling de inhoud van de Website te verbeteren en aan te passen aan de wensen van de Gebruiker.

    Third party cookies

    Cookies die geplaatst worden door derden die eigen diensten aanbieden via de Website zoals bijvoorbeeld social media, advertenties of videodiensten.